- afwaaien
- {{afwaaien}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [door de wind weggedreven, weggerukt worden] être emporté par le vent♦voorbeelden:1 zijn hoed woei af • le vent emporta son chapeauhet schip was van zijn koers afgewaaid • le bateau avait été dévié de sa route¶ de wind heeft lange tijd van het land afgewaaid • le vent a soufflé longtemps de la terreer woei veel sneeuw van de weg af • le vent balayait la neige qui recouvrait la routeII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [wegwaaien] emporter♦voorbeelden:1 de storm heeft een stuk van het dak afgewaaid • la tempête a arraché une partie du toit
Deens-Russisch woordenboek. 2015.